Vliegen met een peuter | 5 dingen die elke moeder herkent

Vliegen met een peuter - 5 dingen die elke moeder herkent

Vliegen met een dreumes of een peuter, de éne moeder zweert erbij terwijl de andere er bij voorbaat al hoofdpijn van krijgt. En hoewel mijn kids tot nu toe altijd “makkelijke vliegers” ( Thank u God) zijn geweest zijn er een aantal dingen die élke moeder wel herkent als het gaat om vliegen met jonge kinderen.

1. De plek bij het raam

“ Ik zit bij het raam!” “Nee, ik zit bij het raam, jij zat tijdens de vorige vakantie al bij het raam.” Zit je eindelijk, na de lichte stress die inchecken, de controles en het op tijd bij de gate aankomen veroorzaakt hebben, dient het volgende zich aan. Ruzie om de plek aan het raam. Ja hoor, dat kan er ook nog wel bij.

2. Stomme buren

Als je vliegt met een peuter is er altijd wel iemand aan boord die je een boze blik toewerpt. De zeikerd die zich bij de eerste de beste minimale beweging van zijn stoel ( veroorzaakt door jouw kind) meteen omdraait en geërgerd kijkt. Sorry hoor zeikerd, kinderen bewegen nou eenmaal.

Of de mensen die boze blikken werpen naar ouders waarvan de baby huilt en dan met mede passagiers hun leed delen door te gaan smoezen. Of afkeurend nee te schudden met hun hoofd. Ja, een krijsende baby aan boord is een marteling. Ik reis ook liever “krijs-vrij”. Maar de ouders, van die huilende baby, voelen zich al opgelaten genoeg. En boze blikken, zuchten of afkeurende opmerkingen helpen helemaal niets.

En dan zijn er ook nog de “negeerders”. Je kent ze wel. Die waar geen lachje van af kan. Ook niet als je enthousiaste peuter tussen de stoelen door contact zoekt. Even teruglachen kost niets toch, chagrijn.

>> If you like this post, you’ll love: zo wil je je vakantie als nieuwe ouder niet doorbrengen

3. Nu ben jij het zelf

Maar wat nou als jij zelf ineens het slachtoffer bent van het té blije kind voor je. Het type dat na 3x kiekeboe spelen nóg niet genoeg heeft en met dingen begint te gooien. Dat je ineens een leeg bekertje en de safety instructions kaart in je schoot hebt liggen. En alsof het nog niet genoeg is vliegt de knuffel van het kind ook nog eens over je heen om een rij achter je te landen. Kan jij je weer omdraaien om de knuffel van het té blije kind door te geven naar voren terwijl je op je tandvlees bijt.

Maar ja je bent nou eenmaal moeder hè. Je lacht vriendelijk naar het kindje en geeft de knuffel én het lege bekertje én de safety instructions kaart terug. En zegt erbij: zo, nu ga ik weer even met mijn eigen kindjes spelen. De ouders van het kind lijken het allemaal wel best te vinden en keuren jou verder geen blik waardig op een slap glimlachje na. En je denkt bij jezelf: als het kind zich nou nog één keer omdraait doe ik alsof ik slaap.

>> If you like this post, you’ll love: Reisschema maken voor je vakantie met kinderen

4. Te blije buren

Te blije buren, die bestaan ook. Heb je je kind net gezegd dat tien keer kiekeboe spelen wel genoeg is en de achterbuurvrouw ook even rustig wil zitten ( en eigenlijk jij als moeder vooral ook, want een hupsend kind naast je is alles behalve relaxed). Plus zou je peuter nu echt even moeten gaan slapen omdat ie anders veranderd een klein monster. Gaat de buurvrouw nog even lekker door. “ Oh vind ik niet erg hoor.” zegt ze. Met als gevolg dat jij de rest van de reis met een hyperactief, doodmoe kind opgescheept zit. En bedankt.

5. Heen en weer

Ken je dat ongemakkelijke gevoel dat als je met je dreumes of peuter het vliegtuig op en neer loopt, iedereen je lijkt aan te kijken en jij je verplicht voelt te glimlachen of te knikken naar je medepassagiers? En dat je super sociale kind het liefst even contact legt met vrijwel iedereen waar hij/zij langskomt? Denk je dat je na drie keer het vliegtuig op en neer gelopen te hebben wel weer even kan gaan zitten. Fout! En daar ga je weer, dat verdraaide vliegtuig op en neer. Alles beter dan een peuter met een woedeaanval op weet ik veel hoeveel kilometer hoogte.

Vliegen met een peuter is niet for the weak zoals je wel begrijpt na het lezen van dit artikel. Maar met een beetje oefenen vlieg jij straks ook als pro met je peuter de wereld rond. En sommige baby’s én peuters zijn geboren professionals. Die hoor je niet en door alle andere peuters en baby’s die je tijdens de vlucht wél hoort ( en waar je dus niet over gaat lopen zeiken als het niet nodig is) vergeet je bijna dat je niet alleen reist.